ECLI:NL:RVS:2004:AO7989
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bodemverontreiniging en saneringsplan in Gelderland
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 16 april 2004 uitspraak gedaan over verzoeken om een voorlopige voorziening met betrekking tot besluiten van de provincie Gelderland. Deze besluiten, genomen op 2 februari 2004, betroffen de vaststelling van de ernst en urgentie van bodemverontreiniging op een perceel in Gelderland, alsook de instemming met een saneringsplan. Verzoekers, wonend in de nabijheid van het verontreinigde perceel, hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 5 april 2004 is het verzoek behandeld, waarbij de verzoekers geen gronden hebben aangevoerd tegen de vastgestelde ernst en urgentie van de bodemverontreiniging. De Voorzitter heeft vastgesteld dat het saneringsplan moet worden getoetst aan de Wet bodembescherming, en dat aspecten zoals de huidige bestemming van het perceel en de aanwezigheid van bomen niet relevant zijn voor deze toetsing. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat de verzoekers onvoldoende argumenten hebben aangedragen om de instemming met het saneringsplan te vernietigen. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.