ECLI:NL:RVS:2004:AO7976
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 april 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, allen wonend te Leende, hadden beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende. Dit beroep volgde op een eerdere uitspraak van 13 januari 2004, waarin de Afdeling had geoordeeld dat het college niet tijdig had beslist op het bezwaar van verzoekers, dat dateerde van 20 augustus 2002. De Afdeling had het college opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.
Verzoekers verzochten de Voorzitter van de Afdeling om een voorlopige voorziening, omdat het college in gebreke was gebleven. Tijdens de zitting op 19 maart 2004 waren zowel verzoekers, vertegenwoordigd door ir. A.K.M. van Hoof, als verweerder, vertegenwoordigd door M.C.I. Smits, aanwezig. De Voorzitter oordeelde dat het college verplicht was om binnen de gestelde termijn gevolg te geven aan de eerdere uitspraak, wat niet was gebeurd.
De Voorzitter besloot om een voorlopige voorziening te treffen. Het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende werd opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Daarnaast werd bepaald dat het college een dwangsom van € 225,00 per dag zou verbeuren, met een maximum van € 9.000,00, zolang het niet voldeed aan de uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, tot een bedrag van € 402,50, en moest het griffierecht van € 136,00 vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 april 2004.