ECLI:NL:RVS:2004:AO7495
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D. Dolman
- J.W. Prins
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake goedkeuring uitwerkingsplan Commandeurspolder III
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasland (thans Midden-Delfland) op 12 augustus 2003 het uitwerkingsplan "Commandeurspolder III" vastgesteld. Op 9 december 2003 heeft de verweerder, het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, goedkeuring verleend aan dit uitwerkingsplan. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en hebben op 28 januari 2004 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend bij de Voorzitter van de Raad van State, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De zitting vond plaats op 22 maart 2004, waar verzoekers vertegenwoordigd waren door een gemachtigde en de verweerder door drs. N.A.M. op de Laak, ambtenaar van de provincie, en M. van Wijk, ambtenaar van de gemeente.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het uitwerkingsplan voorziet in de bouw van 196 woningen, waaronder een woonhof met 50 appartementen. Verzoekers betogen dat de goedkeuring van het uitwerkingsplan onterecht is verleend, omdat het bouwvolume te massaal zou zijn en niet zou passen bij de bestaande bebouwing. De Voorzitter heeft echter geoordeeld dat, hoewel het bouwvolume afwijkt van de bestaande bebouwing, er geen aanleiding is om de goedkeuring te onthouden, gezien de afstand tot de bestaande bebouwing en de resultaten van een archeologische inventarisatie.
Het bezwaar van verzoekers dat er een aanlegvergunning ontbreekt voor de infrastructuur is niet aan de orde in deze procedure. De Voorzitter heeft geconcludeerd dat er geen redenen zijn om een voorlopige voorziening te treffen en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing is op 8 april 2004 openbaar uitgesproken.