ECLI:NL:RVS:2004:AO7476
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.K.W. Bartel
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- P.C.E. van Wijmen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding door college van gedeputeerde staten van Fryslân wegens gebrek aan causaal verband met goedkeuringsbesluit geluidszone
In deze zaak heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân op 18 februari 2003 het verzoek van de appellant om schadevergoeding afgewezen. De appellant, wonend te [woonplaats], heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat op 24 juni 2003 ongegrond werd verklaard. Vervolgens heeft de appellant op 22 juli 2003 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden zijn aangevuld op 8 augustus 2003. De zaak is behandeld op 15 maart 2004, waar de appellant werd vertegenwoordigd door mr. W.J.Th. Bustin, advocaat te Leeuwarden, en de verweerder door P. Postma, ambtenaar van de provincie.
De appellant stelt dat hij schade lijdt door de goedkeuring van de geluidszone rond het industrieterrein Bergum ZO/Suameer, wat zou leiden tot ernstige geluidshinder en onverkoopbaarheid van zijn woning. De verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard, omdat er volgens hem geen causaal verband bestaat tussen het goedkeuringsbesluit en de gestelde schade. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat de goedkeuring van de geluidszone niet leidt tot wijziging van het geluidsregime voor de woning van de appellant, aangezien er voor de zonering geen wettelijke geluidgrenswaarden golden voor de gevel van zijn woning.
De Raad van State heeft geconcludeerd dat de goedkeuring van de geluidszone niet kan worden aangemerkt als oorzaak van de door de appellant gestelde schade. Daarom is het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 14 april 2004.