ECLI:NL:RVS:2004:AO3401

Raad van State

Datum uitspraak
11 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200303843/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • H. Borstlap
  • P.C.E. van Wijmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen melding voor reparatie van landbouwvoertuigen

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaar dat is ingediend door de appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland. Bij publicatie op 1 oktober 2002 heeft verweerder de melding ingevolge het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer geaccepteerd voor het oprichten en de werking van een inrichting voor de reparatie van landbouwvoertuigen. Op 21 maart 2003 heeft verweerder het bezwaar van de appellant tegen deze melding niet-ontvankelijk verklaard. De appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn standpunt heeft toegelicht in een brief van 26 april 2003.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 27 januari 2004 ter zitting behandeld. De Afdeling overweegt dat het systeem van de Wet milieubeheer in samenhang met de algemene maatregel van bestuur, zoals bedoeld in artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, bepaalt dat het rechtsgevolg van een melding rechtstreeks voortvloeit uit dit systeem. Dit betekent dat het voor de rechtsgevolgen niet van belang is of het bevoegd gezag een beslissing heeft genomen over de acceptatie van de melding, noch of er bezwaren tegen deze beslissing zijn ingediend. De beslissing tot acceptatie van een melding is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en de wet verplicht niet tot het geven van een reactie op een dergelijke melding.

De Afdeling concludeert dat er geen rechtsmiddelen openstaan tegen de acceptatie van de melding en dat verweerder het bezwaar van de appellant terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 11 februari 2004.

Uitspraak

200303843/1.
Datum uitspraak: 11 februari 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Wormerland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij publicatie van 1 oktober 2002 heeft verweerder de melding ingevolge het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer geaccepteerd voor het oprichten en werking hebben van een inrichting voor de reparatie van landbouwvoertuigen aan de [locatie] te [plaats].
Bij besluit van 21 maart 2003, kenmerk 02.3174, verzonden op 21 maart 2003, heeft verweerder het hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 26 april 2003, bij de Raad van State ingekomen op 29 april 2003, beroep ingesteld.
Bij brief van 14 augustus 2003 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 januari 2004, waar appellant [appellant] en [gemachtigde], zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De Afdeling overweegt dat uit het systeem van de Wet milieubeheer in samenhang met een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer moet worden afgeleid dat het rechtsgevolg van een melding als thans in het geding rechtstreeks uit dit systeem voortvloeit. Dit brengt mee dat voor het intreden van deze rechtsgevolgen niet van betekenis is of door het bevoegd gezag een beslissing omtrent acceptatie van de melding is genomen en evenmin of tegen een dergelijke beslissing bezwaren zijn ingediend. Zodanige beslissing houdt derhalve geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht in en evenmin een besluit in de zin van de Wet milieubeheer. De wet verplicht niet tot het geven van een reactie op een melding als hier bedoeld.
Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 16 oktober 1997, E03.96.0663 staan tegen een beslissing tot acceptatie van een melding krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8.40 van de Wet milieubeheer dan ook geen rechtsmiddelen op grond van de Algemene wet bestuursrecht open. Dit brengt mee dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
2.2. Het beroep is ongegrond.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, Voorzitter, en drs. H. Borstlap en mr. P.C.E. van Wijmen, Leden, in tegenwoordigheid van G.K. Klap, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Klap
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 februari 2004
315.