ECLI:NL:RVS:2004:AO3324
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- M.M. van Driel
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een last onder dwangsom opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Rheden
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 februari 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een onderneming gevestigd te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rheden, waarbij aan haar een last onder dwangsom was opgelegd. Dit besluit, gedateerd op 16 december 2003, had betrekking op het niet naleven van de aan een milieuvergunning verbonden voorschriften. De last onder dwangsom was vastgesteld op € 250,00 per dag, met een maximum van € 25.000,00, en er was een begunstigingstermijn van drie dagen gegeven.
Tijdens de zitting op 26 januari 2004, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar advocaat en gemachtigden, en verweerder door ambtenaren van de gemeente, werd het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster voerde aan dat zij maatregelen had getroffen om de geluidshinder te beperken en dat zij een aanvraag voor een veranderingsvergunning had ingediend. Verweerder stelde echter dat er geen concreet zicht op legalisatie was, wat hem in staat stelde de last onder dwangsom op te leggen.
De Voorzitter oordeelde dat verweerder onvoldoende had onderzocht of de overtreding gelegaliseerd kon worden, vooral omdat er nog geen beslissing was genomen op de zienswijzen van verzoekster tegen het voornemen om de aanvraag om veranderingsvergunning buiten behandeling te laten. Gezien deze omstandigheden besloot de Voorzitter het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster en moest de gemeente Rheden het griffierecht vergoeden.