ECLI:NL:RVS:2004:AO2006
Raad van State
- Hoger beroep
- P. van Dijk
- C.E.C.M. van Roosmalen
- Rechtspraak.nl
Weigering bouwvergunning voor bedrijfsruimte en silo's in Oosterhout
In deze zaak gaat het om de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout om een bouwvergunning te verlenen aan appellante sub 2 voor het oprichten van een bedrijfsruimte, een warmwater-opslagtank en vijf silo's. Het besluit tot weigering werd genomen op 18 december 2001. Appellanten, waaronder appellant sub 1, maakten bezwaar tegen dit besluit. De rechtbank te Breda verklaarde op 2 april 2003 het beroep van appellante sub 2 niet-ontvankelijk en het beroep van appellant sub 1 tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaarschrift eveneens niet-ontvankelijk. Het beroep van appellant sub 1 tegen de beslissing op bezwaar van 16 juli 2002 werd gegrond verklaard, maar het bezwaar tegen de weigering van de bouwvergunning werd niet-ontvankelijk verklaard.
Appellanten gingen in hoger beroep bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 23 december 2003 verschenen appellanten en het college niet. De Raad van State constateerde dat appellant sub 1 inmiddels een bouwvergunning had verkregen op 29 juli 2003, waardoor hij geen processueel belang meer had bij de beoordeling van de weigering van de bouwvergunning aan appellante sub 2. Het hoger beroep van appellant sub 1 werd daarom niet-ontvankelijk verklaard.
Wat betreft appellante sub 2 werd vastgesteld dat zij niet tijdig beroep had ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 16 juli 2002. De rechtbank had haar terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij het beroepschrift pas op 4 september 2002 indiende, na het verstrijken van de termijn. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep, voor zover ontvankelijk, ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.