ECLI:NL:RVS:2004:AO1637

Raad van State

Datum uitspraak
14 januari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200301737/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • C. de Gooijer
  • E.A. Alkema
  • S.W. Schortinghuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schadevergoeding door de gemeente Nederweert op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank te Roermond. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, nadat de raad van de gemeente Nederweert op 5 september 2000 een schadevergoeding van ƒ 30.000,00/€ 13.613,41 had toegekend op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Appellante was het niet eens met de beslissing van de raad en had bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 11 februari 2003.

Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank te weinig eigen onderzoek had verricht en te veel had vertrouwd op het onderzoek van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB). De Raad van State heeft de zaak op 13 november 2003 ter zitting behandeld, waarbij zowel appellante als de raad vertegenwoordigd waren. De Raad overwoog dat er geen grond was voor het oordeel dat de rechtbank tot een onjuiste beslissing was gekomen. De rechtbank had voldoende gemotiveerd dat de StAB een gedegen onderzoek had uitgevoerd en dat appellante niet te kort was gedaan.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 januari 2004, waarbij de beslissing werd vastgesteld door de voorzitter en de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

200301737/1.
Datum uitspraak: 14 januari 2004
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank te Roermond van 11 februari 2003 in het geding tussen:
appellante
en
de raad van de gemeente Nederweert.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 september 2000 heeft de raad van de gemeente Nederweert (hierna: de raad) appellante krachtens artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ƒ 30.000,00/€ 13.613,41 aan schadevergoeding toegekend.
Bij besluit van 8 mei 2001 heeft de raad het daartegen door appellante gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 februari 2003, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank te Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellante ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 maart 2003, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 11 april 2003. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 1 mei 2003 heeft de raad van antwoord gediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 november 2003, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. J.P.H. Timmermans, advocaat te Roermond, en [gemachtigden], en de raad, vertegenwoordigd door mr. W.J.L. Bijlmakers, ambtenaar bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellante klaagt dat de rechtbank, door te overwegen dat de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (hierna: de StAB) een gedegen onderzoek heeft gedaan, te weinig eigen onderzoek heeft verricht en te weinig eigen conclusies heeft getrokken.
2.2. Er is in hetgeen appellante aldus heeft aangevoerd geen grond te vinden voor het oordeel dat de rechtbank tot een onjuiste beslissing is gekomen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat appellante in elk geval niet te kort is gedaan, doordat de rechtbank de StAB een onderzoek heeft laten uitvoeren, als deze heeft uitgevoerd, en dat, nu is gesteld noch gebleken dat de StAB daarbij niet is ingegaan op hetgeen appellante in beroep naar voren heeft gebracht, de rechtbank voor de motivering van haar beslissing kon volstaan met verwijzing naar het verslag van dat onderzoek. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. C. de Gooijer en mr. E.A. Alkema, Leden, in tegenwoordigheid van mr. S.W. Schortinghuis, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Schortinghuis
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 januari 2004
66-55.