ECLI:NL:RVS:2004:AO1637
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- C. de Gooijer
- E.A. Alkema
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen schadevergoeding door de gemeente Nederweert op basis van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank te Roermond. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, nadat de raad van de gemeente Nederweert op 5 september 2000 een schadevergoeding van ƒ 30.000,00/€ 13.613,41 had toegekend op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Appellante was het niet eens met de beslissing van de raad en had bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 11 februari 2003.
Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank te weinig eigen onderzoek had verricht en te veel had vertrouwd op het onderzoek van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB). De Raad van State heeft de zaak op 13 november 2003 ter zitting behandeld, waarbij zowel appellante als de raad vertegenwoordigd waren. De Raad overwoog dat er geen grond was voor het oordeel dat de rechtbank tot een onjuiste beslissing was gekomen. De rechtbank had voldoende gemotiveerd dat de StAB een gedegen onderzoek had uitgevoerd en dat appellante niet te kort was gedaan.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 14 januari 2004, waarbij de beslissing werd vastgesteld door de voorzitter en de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.