ECLI:NL:RVS:2003:AN8861
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W. Konijnenbelt
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestuursdwang voor onrechtmatige grondwateronttrekking
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 18 november 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, een agrariër, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Flevoland, dat op 4 september 2003 bestuursdwang had aangekondigd wegens het onrechtmatig onttrekken van grondwater zonder vergunning. De verzoeker stelde dat de hem opgelegde begunstigingstermijn van zes maanden te kort was om een alternatief voor de watervoorziening te vinden, terwijl de watermaatschappij aangaf dat dit 16 maanden zou duren voor alle betrokken agrariërs. De Voorzitter oordeelde dat de verweerder bevoegd was om op te treden tegen de illegale onttrekking en dat de termijn van zes maanden niet in strijd was met de wet, aangezien er binnen deze termijn redelijke alternatieven beschikbaar zouden zijn. De Voorzitter wees het verzoek af, omdat de situatie van de verzoeker niet gelijk te stellen was aan die van vergunninghouders, die een langere termijn kregen. De beslissing werd genomen in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de belangen van zowel de verzoeker als de handhaving van het waterbeleid werden afgewogen.