ECLI:NL:RVS:2003:AN8387
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- I.A. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke geschil over agrarisch perceel in gemeente Bergh
Op 8 januari 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergh een besluit genomen waarbij verzoeker op straffe van bestuursdwang werd gelast om binnen drie maanden het strijdige gebruik van een agrarisch perceel te beëindigen. Dit perceel, kadastraal bekend in de gemeente Bergh, was door verzoeker omgevormd tot een siertuin met opstallen, wat in strijd was met de geldende agrarische bestemming. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond, met een verlenging van de begunstigingstermijn tot vier weken na verzending van het besluit.
Verzoeker heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 30 oktober 2003 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L. Hartogs. Het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente Bergh. Tijdens de zitting is ook een andere partij gehoord.
De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. In dit geval had de rechter in eerste aanleg het besluit al getoetst en de aanschrijving, zij het onder herformulering, in stand gelaten. Er was geen aanleiding om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Gelet op de betrokken belangen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing werd op 11 november 2003 openbaar uitgesproken door de Voorzitter, mr. R.W.L. Loeb, in aanwezigheid van ambtenaar van Staat, mr. I.A. Molenaar.