ECLI:NL:RVS:2003:AN7969
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- L.J. Können
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluit tot sanering van bodemverontreiniging in Brunssum
In deze zaak heeft de Raad van State op 3 november 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Dit besluit, genomen op 29 juli 2003, behelst een bevel aan de gemeente Brunssum om de sanering van bodemverontreiniging in de gebieden Woonvlek I en het parkgebied-woongebied uit te voeren, conform een eerder goedgekeurd saneringsplan uit 1996. Verzoeker, het college van burgemeester en wethouders van Brunssum, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek behandeld op 20 oktober 2003.
Verzoeker betwist de bevoegdheid van verweerder om het bevel op te leggen, en stelt dat de sanering al conform het saneringsplan is uitgevoerd. Daarnaast wordt aangevoerd dat de termijn voor uitvoering van de sanering te kort is en dat de kosten voor de aanvullende sanering aanzienlijk zijn. De Voorzitter oordeelt dat de procedure zich niet leent voor een inhoudelijk oordeel over de uitvoering van de sanering, maar dat er voldoende aanleiding is om het bestreden besluit te schorsen. De Voorzitter concludeert dat er geen dringende risico's voor de volksgezondheid zijn die een onmiddellijke sanering vereisen.
De beslissing houdt in dat het besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg wordt geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op € 644,00 worden vastgesteld, en moet de provincie Limburg het griffierecht van € 232,00 vergoeden aan verzoeker. Deze uitspraak biedt een voorlopige oplossing in afwachting van de definitieve beslissing op het bezwaar van verzoeker.