ECLI:NL:RVS:2003:AM2502
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- C. Sparreboom
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toevoeging rechtsbijstand voor zelfstandig beroep
In deze zaak heeft de Raad van State op 22 oktober 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor toevoeging in het kader van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb). De appellante, die als zelfstandige een eenmanszaak genaamd 'Home Line' voert, had op 25 juli 2001 een aanvraag ingediend voor rechtsbijstand om verweer te voeren in een verbintenisrechtelijk geschil met een Portugese leverancier. De aanvraag werd afgewezen door het bureau rechtsbijstandvoorziening van de Raad voor Rechtsbijstand 's-Gravenhage. Hierop volgde een ongegrondverklaring van het beroep door de Raad voor Rechtsbijstand op 2 januari 2002 en later ook door de rechtbank te 's-Gravenhage op 2 april 2003.
De rechtbank oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat de voortzetting van haar bedrijf afhankelijk was van het resultaat van de verzochte rechtsbijstand. De Raad van State bevestigde dit oordeel en stelde dat volgens artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wrb, rechtsbijstand niet wordt verleend indien het rechtsbelang betrekking heeft op de uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf, tenzij de voortzetting daarvan afhankelijk is van de uitkomst van de rechtsbijstand. De Raad van State concludeerde dat de financiële positie van appellante niet voldoende was om aan te tonen dat de procedure de enige was waarvan het voortbestaan van haar bedrijf afhing.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd genomen in naam der Koningin, waarbij de betrokken rechters de zaak in het openbaar hebben uitgesproken.