ECLI:NL:RVS:2003:AL3399
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- M.E.E. Wolff
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor kap en verplanting van bomen in Amsterdam Oud-Zuid
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam voor het kappen en verplanten van bomen in de openbare ruimte. Op 25 juli 2002 verleende het Dagelijks Bestuur vergunningen voor het kappen van vijf esdoorns en 32 essen, en het verplanten van drie esdoorns en een fraxinus in de J. Vermeerstraat, het J. Vermeerplein en de Ruysdaelstraat. Daarnaast werd er een vergunning verleend voor het kappen van een iep en het verplanten van twaalf lindebomen in de G. Metsustraat. Tegen deze besluiten heeft de stichting "Stichting Belangenbehartiging Bewoners en Ondernemers Oud-Zuid" bezwaar gemaakt, dat op 25 februari 2003 ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verklaarde op 10 april 2003 het beroep van appellante ongegrond. Hiertegen heeft appellante hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij de gronden zijn aangevuld in mei 2003.
De Raad van State heeft de zaak op 12 september 2003 behandeld, waarbij geen van de partijen aanwezig was. De Raad overweegt dat het Dagelijks Bestuur op basis van de Bomenverordening Amsterdam Oud-Zuid 2001 de vergunning kan weigeren of onder voorwaarden kan verlenen, rekening houdend met natuur- en milieuwaarden, landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden, stadsschoon en recreatie. De verleende kapvergunningen zijn in verband met een herinrichtingsplan voor de betrokken straten, dat op 6 maart 2002 is vastgesteld. De Raad concludeert dat het Dagelijks Bestuur in redelijkheid tot de verlening van de vergunningen heeft kunnen besluiten, waarbij het belang van verkeersveiligheid zwaarder is gewogen dan het behoud van de bomen. De rechtbank heeft dit oordeel bevestigd en de grieven van appellante in hoger beroep zijn voornamelijk herhalingen van eerdere argumenten. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.