ECLI:NL:RVS:2003:AK3985

Raad van State

Datum uitspraak
11 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200305313/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H. Troostwijk
  • E.M. Ouwehand
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunningen voor woningen en garages aan de Rivierdijk in Sliedrecht

Op 10 december 2002 verleende het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht bouwvergunningen aan ABB Ontwikkeling B.V. voor het oprichten van 16 woningen type A en garages, 4 woningen type D en garages, en 5 woningen type E en garages aan de Rivierdijk, kadastraal bekend gemeente Sliedrecht. Tegen deze besluiten hebben verzoekers bezwaar gemaakt, dat op 26 mei 2003 door het college ongegrond werd verklaard. Vervolgens hebben verzoekers op 11 augustus 2003 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Dordrecht, die op 11 juli 2003 de beroepen ongegrond had verklaard.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 augustus 2003 het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Tijdens deze zitting waren de verzoekers, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en het college, vertegenwoordigd door ambtenaar W. Labee, aanwezig. Ook de vergunninghoudster was vertegenwoordigd door de adjunct-directeur en haar advocaat, mr. M. van Hal Scheffer.

De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend, vooral wanneer de rechter in eerste aanleg het besluit heeft getoetst en de beroepen ongegrond heeft verklaard. De Voorzitter vond geen aanleiding om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. Gezien de betrokken belangen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De beslissing werd op 11 september 2003 openbaar uitgesproken door de Voorzitter, mr. H. Troostwijk, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van Staat.

Uitspraak

200305313/2.
Datum uitspraak: 11 september 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker] e.a., allen wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Dordrecht van 11 juli 2003 in het geding tussen:
verzoekers
en
het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht.
1. Procesverloop
Bij besluiten van 10 december 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht (hierna: het college) aan ABB Ontwikkeling B.V. te Sliedrecht (hierna: vergunninghoudster) bouwvergunningen verleend respectievelijk voor het oprichten van 16 woningen type A en garages aan de Rivierdijk kadastraal bekend gemeente Sliedrecht, sectie I, nummers 7415 en 7495, 4 woningen type D en garages aan de Rivierdijk, kadastraal bekend gemeente Sliedrecht, sectie I, nummer 7495 en 5 woningen type E en garages aan de Rivierdijk, kadastraal bekend gemeente Sliedrecht, sectie I, nummer 7495.
Bij besluit van 26 mei 2003 heeft het college de daartegen door verzoekers gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 juli 2003, verzonden op 6 augustus 2003, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank te Dordrecht de daartegen door verzoekers ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers bij brief van 11 augustus 2003 hoger beroep ingesteld. Bij brief van 11 augustus 2003 hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 augustus 2003, waar verzoekers, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college vertegenwoordigd door W. Labee, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar vergunninghoudster, vertegenwoordigd door [adjunct-directeur], en mr. M. van Hal Scheffer, advocaat te Den Haag is gehoord.
2. Overwegingen
2.1. De Voorzitter stelt voorop dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt temeer, indien zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het besluit heeft getoetst en de daartegen ingestelde beroepen ongegrond heeft geoordeeld.
2.2. In hetgeen verzoekers naar voren hebben gebracht, is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven en dat zal blijken dat het college niet tot het verlenen van de bouwvergunningen mocht overgaan.
2.3. Gelet hierop en gezien de betrokken belangen bestaat geen aanleiding voor het treffen van de gevraagde voorziening. Het daartoe strekkende verzoek moet derhalve worden afgewezen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Ouwehand
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 september 2003
224.