ECLI:NL:RVS:2003:AI1059

Raad van State

Datum uitspraak
4 augustus 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200303386/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • I.A. Molenaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor woning Ale Tùn 45 te Holwerd

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel op 5 maart 2002 een bouwvergunning verleend aan Woningcorporatie Dongeradeel voor het voegen van de woning Ale Tùn 45 bij de appartementen Fellingen 1-11 te Holwerd. Na een bezwaar van een partij, dat ongegrond werd verklaard door het college op 13 augustus 2002, heeft de rechtbank te Leeuwarden op 18 april 2003 het beroep van de partij gegrond verklaard. De rechtbank heeft de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd, de bouwvergunning herroepen en deze alsnog geweigerd. Hierop heeft het college op 26 mei 2003 hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 24 juli 2003 is het verzoek behandeld. Het college heeft verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hangende het hoger beroep zou worden gehandeld alsof de bouwvergunning niet was herroepen. De Voorzitter heeft overwogen dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening, aangezien er geen aanwijzingen waren dat het college op korte termijn zou moeten optreden tegen de reeds gerealiseerde verbouwing van de woning. De Voorzitter heeft het verzoek dan ook afgewezen.

De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2003, waarbij de Voorzitter, mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, en mr. I.A. Molenaar, ambtenaar van Staat, aanwezig waren. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200303386/2.
Datum uitspraak: 4 augustus 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank te Leeuwarden van 18 april 2003 in het geding tussen:
[partij], wonend te [woonplaats]
en
verzoeker.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 maart 2002 heeft verzoeker (hierna: het college) bouwvergunning verleend aan Woningcorporatie Dongeradeel voor het voegen van de woning Ale Tùn 45 bij de appartementen Fellingen 1-11 te Holwerd.
Bij besluit van 13 augustus 2002 heeft het college het daartegen door [partij] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 april 2003, verzonden op die dag, heeft de rechtbank te Leeuwarden (hierna: de rechtbank) het daartegen door [partij] ingestelde beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd, de bouwvergunning van 5 maart 2002 herroepen en deze alsnog geweigerd.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief van 26 mei 2003, bij de Raad van State ingekomen per faxbericht op die dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 8 juli 2003. Tevens heeft het college de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 17 juli 2003 heeft [gemachtigde] medegedeeld dat [partij] op 7 juli 2003 is overleden en dat de procedure wordt voortgezet door zijn [partner].
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 juli 2003, waar het college, vertegenwoordigd door ing. D. Keegstra, ambtenaar der gemeente, en [partner], vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen. Voorts is ter zitting gehoord de Woningcorporatie Dongeradeel, vertegenwoordigd door [gemachtigde].
2. Overwegingen
2.1. Het college heeft gevraagd een voorlopige voorziening te treffen, die erop neerkomt dat hangende hoger beroep zal worden gehandeld alsof de verleende bouwvergunning niet is herroepen en geweigerd door de rechtbank.
2.2. De stukken en het verhandelde ter zitting geven geen aanleiding te veronderstellen dat het college genoodzaakt zou zijn om op korte termijn op te treden tegen de – inmiddels gerealiseerde – verbouwing van de woning Ale Tùn 45, waardoor deze is gevoegd bij de appartementen Fellingen 1-11. Van een verzoek tot handhavend optreden is ook niet gebleken. Onder deze omstandigheden heeft het college geen spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
2.3. Gelet op het vorenstaande ziet de Voorzitter aanleiding het verzoek af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Molenaar, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Molenaar
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2003
369.