ECLI:NL:RVS:2003:AI1048
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake het meevergassen van secundaire brandstoffen in de Willem-Alexandercentrale te Buggenum
Op 4 augustus 2003 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door de stichting "Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving" en anderen tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Het besluit, genomen op 20 mei 2003 en verzonden op 26 mei 2003, betrof het gedogen van proeven met het meevergassen van secundaire brandstoffen in de Willem-Alexandercentrale te Buggenum onder bepaalde voorwaarden.
Verzoekers stelden dat het besluit ten onrechte binnen de beroepstermijn in werking was getreden en dat er geen milieueffectrapportage (Mer) was opgesteld, wat volgens hen noodzakelijk was. Ze verwezen naar een eerdere uitspraak van de Afdeling waarin een tijdelijke vergunning voor het meevergassen van secundaire brandstoffen was vernietigd vanwege het ontbreken van een Mer. Daarnaast betwistten zij dat de emissiegrenswaarden voor de kolencentrale niet zouden worden overschreden door de gedoogde activiteiten.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 juli 2003, waarbij de verzoekers en de vertegenwoordigers van de verweerder aanwezig waren. Na beoordeling van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen, concludeerde de Voorzitter dat de gedoogde activiteiten binnen afzienbare termijn gelegaliseerd konden worden. Er waren geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de juistheid van de mededelingen van de verweerder over de emissie en de vergunningen.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om schorsing van het gedoogbesluit afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 augustus 2003.