ECLI:NL:RVS:2003:AI1030
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- J.M. Boll
- M.G.J. Parkins-de Vin
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning exploitatie coffeeshop door burgemeester Winschoten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de weigering van de burgemeester van Winschoten om een vergunning te verlenen voor de exploitatie van een coffeeshop. De burgemeester had op 2 oktober 2001 besloten om de vergunning niet te verlenen op basis van de Overlastverordening Horeca en had de inrichting voor onbepaalde tijd gesloten. Appellanten, die in beroep gingen tegen deze beslissing, kregen op 8 januari 2003 ongelijk van de rechtbank te Groningen. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht had gehandeld en dat de vergunning niet verleend kon worden.
Appellanten stelden dat de burgemeester het vertrouwensbeginsel had geschonden, omdat er gedurende vijf jaar geen actie was ondernomen tegen de exploitatie van de coffeeshop. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester voldoende had aangegeven dat hij niet bereid was om de verkoop van softdrugs te gedogen bij een wisseling van de houder van de coffeeshop. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 3 juli 2003 behandeld, waarbij de appellanten werden vertegenwoordigd door hun advocaat en de burgemeester door een andere advocaat en een ambtenaar.
De Afdeling heeft in haar overwegingen bevestigd dat de burgemeester zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de exploitatie van de coffeeshop niet kon worden voortgezet onder de nieuwe houder. Het hoger beroep van appellanten is ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.