ECLI:NL:RVS:2003:AI0785
Raad van State
- Hoger beroep
- D.A.C. Slump
- J.A.M. van Angeren
- E.A. Alkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen waarschuwing burgemeester Eindhoven inzake exploitatie coffeeshop
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een waarschuwing die door de burgemeester van Eindhoven is gegeven op 8 januari 2002. De waarschuwing was het gevolg van een overtreding van de beleidscriteria voor de exploitatie van coffeeshops. De burgemeester verklaarde het bezwaar van de appellant tegen deze waarschuwing op 28 mei 2002 niet-ontvankelijk. De rechtbank te 's-Hertogenbosch verklaarde op 20 januari 2003 het beroep van de appellant ongegrond. Hierop heeft de appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 25 februari 2003 is ingekomen.
Tijdens de zitting op 22 juli 2003 werd de zaak behandeld, waarbij de appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.J.A. van de Laar, en de burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. M.C.H.G. Schavemaker. De appellant betoogde dat de waarschuwing van de burgemeester als een besluit moet worden aangemerkt, omdat deze leidt tot een wijziging van zijn rechten en plichten. Hij stelde dat bij een tweede overtreding direct tot sluiting van zijn coffeeshop kan worden overgegaan, en dat hij geen mogelijkheid had om bezwaar te maken tegen de waarschuwing.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de brief van de burgemeester niet op rechtsgevolg was gericht en derhalve niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kon worden aangemerkt. De rechtbank had goede gronden voor haar oordeel, en het hoger beroep van de appellant werd ongegrond verklaard. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.