ECLI:NL:RVS:2003:AI0231
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichting tot het ondergaan van een educatieve maatregel alcohol en verkeer door de Minister van Verkeer en Waterstaat
In deze zaak heeft de Raad van State op 18 juli 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep tegen een besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat. De Minister had op 19 maart 2002 bepaald dat de appellant zich moest onderwerpen aan een educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) ter bevordering van zijn geschiktheid. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Minister verklaarde dit bezwaar ongegrond op 6 november 2002. Vervolgens heeft de rechtbank te Haarlem op 16 april 2003 het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Appellant heeft op 4 juni 2003 hoger beroep ingesteld, waarbij hij zijn gronden heeft aangevuld op 16 juni 2003. Op 8 juli 2003 heeft appellant de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zaak is behandeld op 17 juli 2003, waarbij de Minister vertegenwoordigd was door mr. T.A.H. Nguyen. Appellant was niet ter zitting aanwezig.
De Voorzitter heeft overwogen dat de argumenten van appellant in hoger beroep voornamelijk een herhaling zijn van de eerder door hem aangevoerde gronden. De rechtbank had terecht geoordeeld dat aan de wettelijke voorwaarden voor het opleggen van een EMA was voldaan en dat er geen ruimte was voor de Minister om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van appellant. De Voorzitter concludeerde dat nader onderzoek niet nodig was en dat er geen beletsel was om onmiddellijk uitspraak te doen. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, de aangevallen uitspraak werd bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.