ECLI:NL:RVS:2003:AH9081
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- R.G.P. Oudenaller
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor wijkonderkomen te Leiden
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 juni 2003 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 25 april 2003 van het college van burgemeester en wethouders van Leiden. Dit besluit betrof de verlening van een revisievergunning op basis van de Wet milieubeheer voor een wijkonderkomen aan de Hallenweg 14 te Leiden. De vergunning is verleend aan de sector Wijkbeheer van de gemeente Leiden, en is op 29 april 2003 ter inzage gelegd. Verzoeker betoogde dat de vergunning ten onrechte was verleend, omdat dit in strijd zou zijn met artikel 8.4, derde lid, van de Wet milieubeheer, waardoor zijn rechten op een eerder verleende vergunning zouden vervallen. Verzoeker stelde dat er overleg met de gemeente gaande was voor herontwikkeling van het gebied en dat het gebruik van het perceel door de gemeente slechts tijdelijk was.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 juni 2003, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van verweerder. In zijn overwegingen concludeerde de Voorzitter dat de Wet milieubeheer niet in de weg staat aan het verlenen van een revisievergunning voor een wezenlijk andere inrichting dan die waarop de onderliggende vergunning betrekking had. De Voorzitter oordeelde dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vergunning kon worden verleend. De vergunning van 12 augustus 1988, die voor onbepaalde tijd was verleend aan een voormalig huurder, vervalt met ingang van het moment dat de nieuwe vergunning onherroepelijk wordt. Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.