ECLI:NL:RVS:2003:AH9072
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- B. Bastein
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning en vrijstelling voor agrarische bouwwerken in Haarlemmermeer
Op 26 juni 2003 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer had op 26 juni en 3 juli 2002 vrijstelling en bouwvergunning verleend aan [verzoeker sub 1] voor het bouwen van een woning, een hooiberg/stal en twee loodsen op een perceel in [plaats]. Tegen deze besluiten heeft [partij] bezwaar gemaakt, dat door het college ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank te Haarlem heeft op 6 mei 2003 het beroep van [partij] gegrond verklaard voor wat betreft de vrijstelling en bouwvergunning voor Loods A, en deze besluiten geschorst tot zes weken na de nieuwe beslissing op bezwaar.
[verzoeker sub 1] heeft de Voorzitter van de Raad van State verzocht om de schorsing op te heffen en het college te verbieden om opnieuw op het bezwaarschrift te beslissen. De Voorzitter heeft op 12 juni 2003 de zaak behandeld, waarbij [verzoeker sub 1] werd bijgestaan door mr. D. Pool en het college werd vertegenwoordigd door J. Monster. Ook [partij] was aanwezig, bijgestaan door mr. S.L. Schram.
De Voorzitter oordeelde dat er gerede twijfel bestond over de goede ruimtelijke onderbouwing voor Loods A, zoals vereist door de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gezien de urgentie van de situatie voor [verzoeker sub 1], die zijn woning en bedrijfsruimten moest verplaatsen vanwege de aanleg van de A9, besloot de Voorzitter om de voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter bepaalde dat het college geen nieuwe beslissing op het bezwaar mocht nemen totdat de Afdeling in hoger beroep had beslist, en hevelde de eerdere schorsing op. Tevens werd bepaald dat het griffierecht aan [verzoeker sub 1] werd terugbetaald.