ECLI:NL:RVS:2003:AH9050
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- B. Bastein
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor uitbreiding schoolgebouw in Enschede
Op 25 september 2001 verleende het college van burgemeester en wethouders van Enschede aan de Stichting Katholiek Onderwijs Enschede een vrijstelling en bouwvergunning voor de uitbreiding van een schoolgebouw op het perceel Park De Kotten 320 te Enschede. Dit besluit werd door verzoekers aangevochten, waarna het college op 26 februari 2002 het bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank te Almelo verklaarde op 10 maart 2003 het beroep van verzoekers tegen dit besluit eveneens ongegrond. Hierop hebben verzoekers hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 12 juni 2003 behandeld. Verzoekers stelden dat de rechtbank had miskend dat de vrijstelling niet verleend kon worden, omdat de oppervlakte voor bebouwing volgens het bestemmingsplan met meer dan 50% zou worden overschreden. De Voorzitter oordeelde echter dat de argumenten van verzoekers geen aanleiding gaven om aan te nemen dat de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure geen stand zou houden.
Gelet op het feit dat het beroep in eerste aanleg ongegrond was verklaard, bestond er geen spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek werd dan ook afgewezen. De beslissing werd op 26 juni 2003 openbaar uitgesproken door de Voorzitter, mr. R.W.L. Loeb, in aanwezigheid van mr. B. Bastein, ambtenaar van Staat.