ECLI:NL:RVS:2003:AH8661

Raad van State

Datum uitspraak
25 juni 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200300958/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vergunning voor prostitutiebedrijf in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde op 23 november 2000 een verzoek van appellant om een vergunning voor het uitoefenen van een prostitutiebedrijf op een specifiek perceel afgewezen. De burgemeester van Bellingwedde heeft op 14 juni 2001 het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank te Groningen, die op 28 november 2002 de uitspraak van de burgemeester heeft bevestigd. Appellant heeft op 13 februari 2003 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Raad van State heeft de zaak op 16 juni 2003 behandeld, maar er is niemand verschenen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat de vestiging en exploitatie van een prostitutiebedrijf in strijd is met de woonbestemming van het perceel. De rechtbank heeft terecht geconcludeerd dat de burgemeester de vergunning terecht heeft geweigerd, aangezien strijd met het bestemmingsplan een imperatieve weigeringsgrond is volgens de Algemene Plaatselijke Verordening. De beroepsgronden van appellant zijn slechts herhalingen van eerder verworpen argumenten en behoeven geen verdere bespreking.

Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 25 juni 2003.

Uitspraak

200300958/1.
Datum uitspraak: 25 juni 2003
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank te Groningen van 28 november 2002 in het geding tussen:
appellant
en
de burgemeester van Bellingwedde.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 november 2000 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde afwijzend beslist op het verzoek van appellant om een vergunning voor het uitoefenen van een prostitutiebedrijf op het perceel [locatie] te [plaats].
Bij besluit van 14 juni 2001 heeft de burgemeester van Bellingwedde (hierna: de burgemeester) het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 28 november 2002, verzonden op 8 januari 2003, heeft de rechtbank te Groningen (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij op 13 februari 2003 bij de Raad van State ingekomen faxbericht hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting aan de orde gesteld op 16 juni 2003, waar, zoals tevoren aangekondigd, niemand is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Vast staat dat de vestiging en exploitatie van een prostitutiebedrijf in het pand aan de [locatie] in strijd is met de op het perceel rustende woonbestemming. Strijd met het bestemmingsplan is in de Algemene Plaatselijke Verordening een imperatieve weigeringsgrond voor een vergunning als hier gevraagd. De rechtbank heeft derhalve met juistheid geconcludeerd dat de burgemeester terecht de weigering de vergunning te verlenen in bezwaar heeft gehandhaafd. Appellants hoger-beroepschrift bevat slechts een herhaling van reeds op goede gronden door de rechtbank verworpen beroepsgronden. Deze beroepsgronden behoeven hier derhalve niet opnieuw bespreking.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Haverkamp, ambtenaar van Staat.
w.g. Parkins-de Vin w.g. Haverkamp
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2003
306.