ECLI:NL:RVS:2003:AF7651
Raad van State
- Herziening
- Th.G. Drupsteen
- J.A.M. van Angeren
- M. Oosting
- T.I. van Koten
- Rechtspraak.nl
Herziening van een uitspraak inzake milieuvergunning en G.M.P.-waarden
Op 23 april 2003 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 24 december 2002. In die eerdere uitspraak werd het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Breda tot verlening van een milieuvergunning aan de verzoeker vernietigd. De Afdeling oordeelde dat het college onvoldoende had onderzocht of het bevoegd was de vergunning te verlenen, gezien de aanwezigheid van brijvoer in de inrichting van de verzoeker.
De verzoeker heeft op 20 januari 2003 verzocht om herziening van deze uitspraak, stellende dat er in de eerdere uitspraak op een punt was beslist dat niet eerder ter zitting aan de orde was gekomen. Hij betoogde dat de bijproducten die in zijn inrichting worden opgeslagen voor de productie van brijvoer niet als afvalstoffen kunnen worden aangemerkt, omdat deze voldoen aan de G.M.P.-waarden.
De Afdeling heeft de zaak op 14 april 2003 ter zitting behandeld, waarbij de verzoeker en vertegenwoordigers van de betrokken partijen aanwezig waren. De Afdeling overwoog dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is om een geschil opnieuw aan de rechter voor te leggen. Bovendien was de informatie over de G.M.P.-waarden al bekend bij de verzoeker vóór de eerdere uitspraak.
Gelet op deze overwegingen heeft de Afdeling het verzoek om herziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 april 2003.