ECLI:NL:RVS:2003:AF7032
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.J. Parkins-de Vin
- P.A. Offers
- J.E.M. Polak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan belang na verkoop van de onderneming
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 9 april 2003 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank te 's-Gravenhage. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leiden, dat haar vergunning verleende voor het hebben van een terras van maximaal acht m² voor de horeca-inrichting 'Delifrance'. Het college had het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, waarna appellante in beroep ging bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante niet-ontvankelijk, waarop zij hoger beroep instelde bij de Raad van State.
Tijdens de zitting op 10 maart 2003 bleek dat appellante haar onderneming per 31 januari 2003 had verkocht. Appellante stelde dat de uitkomst van het hoger beroep geen invloed had op de koopovereenkomst met de koper, en dat zij het hoger beroep alleen had voortgezet om een principiële uitspraak van de Afdeling te verkrijgen. De Afdeling oordeelde dat appellante geen belang meer had bij de beantwoording van de vragen die zij in deze procedure had gesteld, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was. De Afdeling verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het hebben van procesbelang in hoger beroep. Indien een appellant geen belang meer heeft bij de uitkomst van de procedure, kan dit leiden tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 9 april 2003.