ECLI:NL:RVS:2003:AF6364
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Boll
- A.W.M. Bijloos
- Ch.W. Mouton
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor proefproject in het kader van het Grensmaasproject
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg, waarbij een revisievergunning is verleend voor het proefproject Meers, onderdeel van het Grensmaasproject. De vergunning, verleend op 30 oktober 2001, betreft de verbreding van de stroomgeul van de Maas over een afstand van circa 2 kilometer en een verlaging van het winterbed. De vergunning is op 8 januari 2002 ter inzage gelegd, waarna appellanten op 15 februari 2002 beroep hebben ingesteld bij de Raad van State.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 10 februari 2003 behandeld. Appellanten, vertegenwoordigd door een gemachtigde, hebben hun bezwaren geuit tegen de vergunning, met name over de verstoring van de rust in het gebied door recreanten en de mogelijke verspreiding van dierziekten door de uitzetting van grote zoogdieren na voltooiing van het project. Verweerder heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de vergunning niet kan voorkomen dat de rust in het gebied in de toekomst verstoord zal worden en dat er geen inhoudelijke aanknopingspunten zijn voor de tweede beroepsgrond.
De Afdeling overweegt dat de beroepsgronden niet gericht zijn tegen de vergunde activiteiten, maar tegen toekomstige activiteiten die na beëindiging van het project kunnen plaatsvinden. Hierdoor zijn de beroepsgronden niet relevant voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de vergunning. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 26 maart 2003.