ECLI:NL:RVS:2003:AF5652
Raad van State
- Herziening
- M. Vlasblom
- W. van den Brink
- A.W.M. Bijloos
- S. Zwemstra
- Rechtspraak.nl
Herziening van een bestuursrechtelijke uitspraak op verzoek van een partij
Op 12 maart 2003 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die het niet eens was met de uitspraak van de Afdeling van 18 september 2002, waarin de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Utrecht werd bevestigd. De verzoeker had in oktober 2002 de Afdeling verzocht om herziening, waarbij hij gronden aanvoerde die niet betrekking hadden op de eerdere procedure. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft in januari 2003 een memorie van antwoord ingediend. Tijdens de zitting op 24 februari 2003 was de verzoeker aanwezig, terwijl de Minister werd vertegenwoordigd door mr. R. Vrijman.
De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de gronden die door de verzoeker zijn aangevoerd niet relevant zijn voor de herziening, omdat deze geen betrekking hebben op de eerdere procedure. Volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht kan een onherroepelijke uitspraak alleen worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Afdeling concludeert dat de verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aan deze voorwaarden voldoen.
Daarom heeft de Afdeling het verzoek tot herziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 12 maart 2003.