ECLI:NL:RVS:2003:AF4718
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 15 juli 2002 zijn beroep ongegrond verklaarde. De appellant had eerder een huursubsidie ontvangen voor de periode van 1 juli 1996 tot 1 juli 1997, maar deze subsidie werd door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 24 mei 2000 ingetrokken. De Staatssecretaris vorderde het bedrag van ƒ 4.764,00 (ongeveer € 2.161,81) terug. Het bezwaar van de appellant tegen deze beslissing werd op 27 juni 2001 ongegrond verklaard.
De appellant ging in beroep bij de rechtbank, maar deze bevestigde de beslissing van de Staatssecretaris. De appellant stelde dat hij niet had kunnen voorzien dat hij, bij een toename van het gezamenlijk inkomen, geen recht meer had op de huursubsidie. De Raad van State behandelde de zaak op 30 januari 2003, waarbij de appellant zelf aanwezig was en de Minister vertegenwoordigd werd door mr. R.F. Thunnissen, advocaat te Den Haag.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de argumenten van de appellant grotendeels een herhaling waren van wat hij eerder had aangevoerd. De Afdeling kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een ander oordeel konden leiden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.