ECLI:NL:RVS:2003:AF4717
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellante tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 19 juli 2002 haar beroep ongegrond verklaarde. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar huursubsidie door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De intrekking betrof de huursubsidie over de tijdvakken van 1 juli 1992 tot en met 1 juli 1996. De Staatssecretaris had op 12 november 1996 besloten om de huursubsidie in te trekken, en dit besluit werd later door de Staatssecretaris bevestigd in een besluit van 14 november 2001, waarin het bezwaar van de appellante ongegrond werd verklaard.
De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift van de appellante te laat was ingediend, omdat het niet binnen de gestelde termijn was ontvangen. De rechtbank bevestigde dat de Staatssecretaris de appellante op goede gronden niet-ontvankelijk had verklaard in haar bezwaarschrift. De appellante ging in hoger beroep bij de Raad van State, waar de zaak op 30 januari 2003 werd behandeld. Tijdens deze zitting was de appellante aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, en de Minister was vertegenwoordigd door een andere advocaat.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep van de appellante ongegrond was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 19 februari 2003.