ECLI:NL:RVS:2003:AF4714
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- S.W. Schortinghuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen intrekking huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 24 juli 2002 haar beroep ongegrond verklaarde. De appellante had eerder een huursubsidie ontvangen voor de periode van 1 juli 1996 tot 1 juli 1997, maar deze was door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingetrokken bij besluit van 7 april 2000. De appellante maakte bezwaar tegen deze intrekking, maar dit bezwaar werd door de Staatssecretaris ongegrond verklaard op 7 november 2001. Hierop volgde de rechtsgang naar de rechtbank, die de beslissing van de Staatssecretaris bevestigde.
De appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij aanvoerde dat haar belastbaar inkomen over 1996 lager was dan door de Belastingdienst was vastgesteld. De Raad van State oordeelde dat de Staatssecretaris terecht het belastbaar inkomen van de appellante had gehanteerd zoals dit door de Belastingdienst was opgegeven. De rechtbank had bovendien juist geoordeeld dat de Staatssecretaris de huursubsidie op nihil mocht vaststellen.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de stellingen van de appellante over het niet horen in de bezwaarfase niet nieuw waren en reeds eerder waren behandeld. De beslissing van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 februari 2003.