ECLI:NL:RVS:2003:AF4366
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- R. Cleton
- J.J. Vis
- J.J.C. Voorhoeve
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen wijziging ontgrondingsvergunning
In deze zaak heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 13 maart 2002 een besluit genomen tot wijziging van een ontgrondingsvergunning. Appellant, een gebruiker van nabijgelegen onroerend goed, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State. Het beroep is ingediend op 1 maart 2002, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vastgesteld dat het beroepschrift vóór de aanvang van de beroepstermijn is ingediend. De Afdeling heeft besloten om de niet-ontvankelijkheid van het beroep niet te handhaven, omdat appellant redelijkerwijs kon menen dat het besluit al tot stand was gekomen op het moment van indiening.
Appellant heeft aangevoerd dat hij ten onrechte geen kennisgeving van het ontwerpbesluit heeft ontvangen. De Afdeling heeft echter vastgesteld dat de gronden van appellant zich op een afstand van ten minste één kilometer van de gronden bevinden waarop het besluit betrekking heeft. Hierdoor zijn de belangen van appellant niet rechtstreeks betrokken bij het besluit tot wijziging van de ontgrondingsvergunning. De Afdeling concludeert dat appellant geen belanghebbende is in de zin van de relevante wetgeving, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en de proceskostenveroordeling is niet aan de orde, aangezien er geen termen aanwezig zijn voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 februari 2003.