ECLI:NL:RVS:2002:AF6187
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- A.U. Kallan
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een asielaanvraag en de toepassing van de 48-uurs-termijn in het aanmeldcentrum
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, die op 23 april 2002 zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ongegrond verklaarde. De Staatssecretaris van Justitie had op 10 april 2002 de aanvraag van de appellant afgewezen. De appellant stelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat de 48-uurs-termijn voor de behandeling van zijn aanvraag niet was overschreden. Hij betoogde dat de rechtbank een onjuist aanvangstijdstip van de Aanmeldcentrum-procedure had gehanteerd en dat de maximale wachttijd van vier uur tussen de aanmelding en de feitelijke opname in de asielprocedure niet als kennelijk onredelijk kon worden aangemerkt.
De Raad van State overwoog dat de indiening van de aanvraag vaak pas na een eerste onderzoek plaatsvindt, en dat dit onderzoek gericht is op de beoordeling van de aanvraag. De Raad concludeerde dat er op het door appellant genoemde 'slagboomtijdstip' nog geen sprake was van een zodanig onderzoek, waardoor de 48-uurs-termijn nog niet was aangevangen. De rechtbank had derhalve met juistheid overwogen dat de aanvraag van appellant binnen de gestelde termijn was afgewezen. De grief van de appellant faalde, en het hoger beroep werd kennelijk ongegrond verklaard.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in naam der Koningin op 28 mei 2002, door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.U. Kallan, ambtenaar van Staat.