ECLI:NL:RVS:2002:AE8448
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- M. Vlasblom
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- H.W. Groeneweg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel op basis van onvoldoende bewijs van nationaliteit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, die op 19 maart 2002 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had goedgekeurd. De vreemdeling had geen authentieke reis- of identiteitspapieren overgelegd, wat volgens de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) een belangrijke voorwaarde is voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. De staatssecretaris stelde dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat zij van Liberiaanse nationaliteit was, en dat zij bovendien niet kon aantonen dat het ontbreken van documenten niet aan haar was toe te rekenen. De voorzieningenrechter had de aanvraag gegrond verklaard, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 13 mei 2002 werd de zaak behandeld. De staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. A. Venekamp, en de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Linde, pleitten hun zaak. De staatssecretaris voerde aan dat de voorzieningenrechter de betekenis van de Vw 2000 had miskend door niet te erkennen dat de vreemdeling ongedocumenteerd was en dat dit aan haar kon worden toegerekend. De staatssecretaris betoogde verder dat de vreemdeling niet geloofwaardig was in haar claim van Liberiaanse nationaliteit en dat haar stelling over vrouwenhandel in Ghana niet relevant was voor de beoordeling van haar asielaanvraag.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het hoger beroep gegrond was. De uitspraak van de voorzieningenrechter werd vernietigd en het beroep van de vreemdeling werd ongegrond verklaard. De Raad van State concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de vreemdeling niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning asiel, gezien het gebrek aan bewijs van haar nationaliteit en de onduidelijkheid over haar situatie in Liberia.