ECLI:NL:RVS:2002:AE7775
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- A.M. van Meurs-Heuvel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek inzake gebruik bovenverdieping restaurant De Goetsack te Zeist
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Utrecht, die op 9 februari 2001 het beroep van de appellant ongegrond verklaarde. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing door burgemeester en wethouders van Zeist van zijn verzoek om toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het gebruik van de bovenverdieping van restaurant De Goetsack, gelegen aan de Steijnlaan 61 te Zeist. De burgemeester en wethouders hadden op 15 juli 1998 het verzoek van de appellant afgewezen en dit besluit werd later op 23 augustus 2000 door hen bevestigd, waarbij het bezwaar van de appellant ongegrond werd verklaard.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 28 mei 2002, waarbij de appellant in persoon verscheen, bijgestaan door een gemachtigde, en de burgemeester en wethouders vertegenwoordigd werden door een ambtenaar. Ook de exploitanten van het restaurant waren aanwezig, bijgestaan door een advocaat. De appellant betoogde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat er concreet zicht op legalisering van het gebruik van de bovenverdieping bestond, en dat burgemeester en wethouders van handhavend optreden konden afzien.
De Raad van State oordeelde dat er ten tijde van de beslissing op bezwaar inderdaad concreet zicht op legalisering bestond, aangezien er een verzoek om vrijstelling was ingediend en de burgemeester en wethouders hadden besloten om toepassing te geven aan de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het beroep van de appellant ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 18 september 2002.