ECLI:NL:RVS:2002:AE7570
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- M. Vlasblom
- T.M.A. Claessens
- A.U. Kallan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, die een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had goedgekeurd. De vreemdeling had zijn aanvraag ingediend, maar deze was door de Staatssecretaris afgewezen op basis van het ontbreken van reisdocumenten en onvoldoende onderbouwde verklaringen. De rechtbank oordeelde dat de vreemdeling niet aannemelijk had gemaakt dat zijn asielrelaas geloofwaardig was, maar de Staatssecretaris was het hier niet mee eens en stelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat het ontbreken van reisdocumenten niet afbreuk deed aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank de situatie verkeerd had ingeschat. De staatssecretaris had terecht betoogd dat het ontbreken van reisdocumenten en de gebrekkige onderbouwing van de aanvraag wel degelijk afbreuk deden aan de geloofwaardigheid van de vreemdeling. De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank voor herbeoordeling. De Raad benadrukte dat het aan de vreemdeling was om de feiten en omstandigheden die zijn aanvraag ondersteunden aannemelijk te maken, en dat de rechtbank niet had moeten bepalen welke feiten als onderbouwd moesten worden beschouwd.
De uitspraak van de Raad van State is gedaan in naam der Koningin en onderstreept het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, waarbij de verantwoordelijkheid van de vreemdeling om zijn aanvraag te onderbouwen centraal staat. De beslissing om de zaak terug te wijzen naar de rechtbank biedt de vreemdeling een nieuwe kans om zijn aanvraag opnieuw te laten beoordelen, met inachtneming van de overwegingen van de Raad van State.