ECLI:NL:RVS:2002:AE6964

Raad van State

Datum uitspraak
28 augustus 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200105227/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.Ph.J.A.M. Hennekens
  • S.L. Toorenburg-Bovenkerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake milieuvergunning Osbo International B.V.

In deze zaak gaat het om een beroep van de vereniging 'Vereniging Milieudefensie' tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaar door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Het bezwaar was ingediend tegen een besluit van 8 december 1999, waarin werd besloten het zonder toereikende milieuvergunning in werking zijn van de inrichting van Osbo International B.V. te gedogen. De gedeputeerde staten verklaarden het bezwaar op 9 oktober 2001 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. De appellante stelde echter dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat het primaire besluit niet was gepubliceerd en zij pas op 15 mei 2001 kennis had gekregen van dit besluit.

De Raad van State heeft de zaak op 22 juli 2002 behandeld. De appellante was vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl de verweerders werden vertegenwoordigd door ambtenaren van de provincie. De Raad overwoog dat het primaire besluit op dezelfde dag als de verzending aan de aanvrager bekend was gemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift op de juiste wijze was gestart. De Raad concludeerde dat het bezwaarschrift buiten de termijn was ingediend, maar dat de appellante niet in verzuim was geweest, omdat zij niet tijdig op de hoogte was gesteld van het besluit.

De Raad van State verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de gedeputeerde staten. Tevens werden de verweerders veroordeeld in de proceskosten van de appellante, die in verband met de behandeling van het beroep € 644,00 aan kosten had gemaakt, en het griffierecht van € 204,20 moest worden vergoed. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 28 augustus 2002.

Uitspraak

200105227/1.
Datum uitspraak: 28 augustus 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Vereniging Milieudefensie", gevestigd te Amsterdam,
appellante,
en
gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerders.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 december 1999 hebben verweerders besloten het zonder toereikende milieuvergunning in werking zijn van de inrichting van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “Osbo International B.V.” aan de Ampèrestraat 3 te Deurne te gedogen.
Bij besluit van 9 oktober 2001 hebben verweerders het hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 23 oktober 2001, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 8 november 2001. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 28 november 2001 hebben verweerders een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 juli 2002, waar appellante, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en verweerders, vertegenwoordigd door mr. O.W. de Hollander en ing. R.C.M. Velden, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. Voorts is vergunninghoudster, vertegenwoordigd door [gemachtigde] verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend. Volgens appellante hebben verweerders ten onrechte geoordeeld dat er geen gronden zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
2.2. Aangenomen moet worden dat het primaire besluit van 8 december 1999 op dezelfde dag is toegezonden aan de aanvrager van het besluit. Daarmee is het, overeenkomstig artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, bekendgemaakt. De dag daarop ving ingevolge artikel 6:8 van deze wet de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift aan. Deze termijn bedraagt zes weken.
Het bezwaarschrift is bij brief van 28 mei 2001, derhalve buiten de termijn, ingediend. Ingevolge artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht blijft niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar om deze reden achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Gebleken is dat het primaire besluit niet is gepubliceerd, noch aan appellante zelf ter kennis is gebracht. Appellante heeft op 15 mei 2001 alsnog kennis gekregen van het primaire besluit, en daartegen vervolgens zo spoedig mogelijk bezwaar gemaakt. Gelet hierop kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat appellante in verzuim is geweest. Verweerders hebben het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
2.3. Het beroep is derhalve gegrond. De bestreden beslissing op bezwaar dient te worden vernietigd.
2.4. Verweerders dienen op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 9 oktober 2001, kenmerk 787195;
III. veroordeelt gedeputeerde staten van Noord-Brabant in de door appellante in verband met de behandeling van het beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 644,00, welk bedrag geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de provincie Noord-Brabant te worden betaald aan appellante;
IV. gelast dat de provincie Noord-Brabant aan appellante het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht (€ 204,20) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.L. Toorenburg-Bovenkerk, ambtenaar van Staat.
w.g. Hennekens w.g. Toorenburg-Bovenkerk
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2002
262/334.