ECLI:NL:RVS:2002:AE6962
Raad van State
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- D. Haan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen sloopvergunning verleend aan V.O.F. Exploitatie Maatschappij Alblasserdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht, die op 15 maart 2002 het beroep tegen de sloopvergunning van de burgemeester en wethouders van Alblasserdam ongegrond verklaarde. De sloopvergunning was verleend aan de V.O.F. Exploitatie Maatschappij Alblasserdam voor het slopen van gebouwen op percelen in Alblasserdam. De burgemeester en wethouders hadden op 14 juli 2000 de vergunning verleend, waarna het bezwaar van de appellant op 12 december 2000 ongegrond werd verklaard. De appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden aanvulde in april 2002.
De Raad van State heeft de zaak op 20 augustus 2002 behandeld. De burgemeester en wethouders waren vertegenwoordigd, maar de vergunninghoudster was afwezig en de appellant verscheen niet. De Raad overwoog dat volgens artikel 8.1.6 van de Bouwverordening een sloopvergunning alleen kan worden geweigerd indien zich een van de in dat artikel genoemde weigeringsgronden voordoet. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen gronden waren om de sloopvergunning te weigeren, en de bezwaren van de appellant tegen de noodzaak van de sloop konden niet leiden tot een ander oordeel.
De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er waren geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 28 augustus 2002.