ECLI:NL:RVS:2002:AE6629
Raad van State
- Hoger beroep
- B. van Wagtendonk
- E.A. Alkema
- M. Vlasblom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de Staatssecretaris van Justitie. De oorspronkelijke afwijzing vond plaats op 17 februari 2002, waarna de staatssecretaris op 4 maart 2002 een nieuwe beschikking uitvaardigde die eveneens de aanvraag afwees. De voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde het beroep tegen de eerste afwijzing ongegrond op 5 maart 2002. De appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, dat op 11 maart 2002 bij de Raad van State is ingediend. Tijdens de zitting op 16 mei 2002 werd de appellant bijgestaan door een advocaat van de Stichting Rechtsbijstand Asiel, terwijl de staatssecretaris vertegenwoordigd was door een ambtenaar van het ministerie.
De Raad van State oordeelt dat de staatssecretaris in strijd heeft gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door de rechtbank niet onverwijld te informeren over de intrekking van de eerdere beschikking. Dit heeft geleid tot een schending van de rechten van de appellant, omdat de rechtbank niet in staat was om de nieuwe beschikking in overweging te nemen. De Raad van State concludeert dat het hoger beroep gegrond is en vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank, zodat deze alsnog kan beoordelen of de nieuwe beschikking aan de appellant tegemoetkomt. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn ontstaan door de behandeling van het beroep en het hoger beroep.