ECLI:NL:RVS:2002:AE6620
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- B. van Wagtendonk
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie tegen de uitspraak van de rechtbank inzake de afwijzing van een verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank te 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch, die op 19 maart 2002 een eerdere afwijzing van een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris had vernietigd. De vreemdeling had een herhaalde aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 6 maart 2002 door de staatssecretaris was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte had afgewezen, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State overweegt dat ingevolge artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de aanvrager verplicht is om nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden te vermelden bij een nieuwe aanvraag na een afwijzing. De staatssecretaris had in zijn hoger beroep betoogd dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat een brief van de consul-generaal van Sierra Leone als nieuw feit moest worden aangemerkt. De Raad van State oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat deze brief slechts de persoonlijke mening van de consul-generaal bevatte en niet als nieuw feit kan worden aangemerkt.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris ongegrond. De beslissing van de Raad van State is in naam der Koningin uitgesproken op 13 mei 2002. De uitspraak is openbaar gemaakt en de proceskostenveroordeling is afgewezen.