ECLI:NL:RVS:2002:AE5735
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Boll
- Th.G. Drupsteen
- E.M.H. Hirsch Ballin
- Rechtspraak.nl
Weigering van een revisievergunning voor een vleesvarkensbedrijf op basis van cumulatieve stankhinder
In deze zaak gaat het om de weigering van een revisievergunning voor een vleesvarkensbedrijf door de burgemeester en wethouders van Veghel. De vergunning werd geweigerd op 20 november 2001 op basis van de Wet milieubeheer, waarbij werd gesteld dat er sprake was van onaanvaardbare cumulatieve stankhinder. De appellant, die een vleesvarkensbedrijf wilde oprichten op een specifiek perceel, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad van State. Het beroep werd ingediend op 14 januari 2002, met aanvullende gronden op 12 februari 2002. De verweerders dienden op hun beurt een verweerschrift in op 11 maart 2002.
De zaak werd behandeld op 3 juni 2002, waarbij de appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. van Groningen, en de verweerders door ing. S.H.E. Vloet, ambtenaar van de gemeente. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de weigering van de vergunning terecht was, omdat er al een vergunning voor het houden van fokzeugen op hetzelfde perceel was verleend. De Afdeling stelde dat het niet mogelijk was om op dezelfde dag twee verschillende revisievergunningen te verlenen die elk het gehele perceel omvatten, wat in strijd zou zijn met de rechtszekerheid.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep ongegrond en werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 24 juli 2002.