ECLI:NL:RVS:2002:AE5459
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken inzake tegemoetkoming schade door extreem zware regenval
Op 17 juli 2002 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De zaak betreft een besluit van de Staatssecretaris van 12 juni 1999, waarin een tegemoetkoming werd toegekend voor schade aan gewassen aardappelen en suikerbieten, maar niet voor schade aan tulpen en zaai-uien. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de tegemoetkoming voor tulpen en heeft later hertaxatie aangevraagd, maar dit verzoek werd door de Staatssecretaris afgewezen. De rechtbank te Zwolle heeft in een eerdere uitspraak op 22 oktober 2001 het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van de Staatssecretaris vernietigd, maar heeft het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard. Appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 mei 2002 is de zaak behandeld, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. A.H.J. Damminga, en de Staatssecretaris door drs. S.A.N. Geerling en M.C. de Lint. De Raad van State heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris het verzoek om tegemoetkoming voor tulpen heeft afgewezen en dat appellant niet de juiste procedures heeft gevolgd om bezwaar te maken tegen deze afwijzing. De Raad van State concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan in naam der Koningin.