200105982/1.
Datum uitspraak: 10 juli 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging “DSC (afdeling voetbal) Diepenveen”,
de vereniging “Sportvereniging Schalkhaar”,
de vereniging “Voetbalvereniging Lettele”,
alle gevestigd te Deventer,
appellanten,
tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Zwolle van 27 november 2001 in het geding tussen:
de raad van de gemeente Deventer.
Bij besluit van 17 juli 2000 heeft de raad van de gemeente Deventer (hierna: de raad) een financiële bijdrage in de onderhoudskosten toegekend aan appellanten.
Bij besluit van 2 juli 2001 heeft de raad het door appellanten gemaakte bezwaar tegen de hoogte van de daarbij toegekende financiële bijdrage ongegrond verklaard. Dit besluit en het advies van de Algemene commissie voor de beroep-, bezwaar- en verzoekschriften van 12 juni 2001, waarnaar in het besluit wordt verwezen, zijn aangehecht.
Bij uitspraak van 27 november 2001, verzonden op dezelfde dag, heeft de arrondissementsrechtbank te Zwolle (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 3 december 2001, bij de Raad van State ingekomen op 4 december 2001, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 17 en 21 januari 2002. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 1 maart 2002 heeft de raad een memorie van antwoord ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juni 2002, waar appellanten vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, advocaat te Deventer, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. Horst en drs. H. Pelleboer, ambtenaren van de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Het geschil betreft de hoogte van de aan appellanten toegekende bijdrage voor het onderhoud van de sportvelden. Appellanten doen een beroep op het gelijkheidsbeginsel omdat aan de vereniging SV Colmschate naast de bijdrage voor het onderhoud van de sportvelden ook een bedrag beschikbaar is gesteld als overgangsregeling en een bedrag als afkoop voor investeringen in het verleden.
2.2. De rechtbank is op goede gronden tot een juist oordeel gekomen. Reeds omdat de uitgangspunten van de voormalige gemeente Diepenveen, waar appellanten zijn gevestigd, terzake van de onderhoudsbijdrage niet dezelfde waren als van de gemeente Deventer, is geen sprake van gelijke gevallen en kan, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, niet worden geoordeeld dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel is gehandeld.
Appellanten hebben voorts geenszins aangetoond, noch aannemelijk gemaakt, dat tot de raad behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang zouden hebben bij het besluit in strijd met artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht de besluitvorming zouden hebben beïnvloed.
Ook hetgeen appellanten verder hebben aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Sparreboom
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2002