ECLI:NL:RVS:2002:AE4849
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- S.M. Schothorst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen wijziging huursubsidie door Staatssecretaris van Volkshuisvesting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De Staatssecretaris had op 3 april 1998 de aan de appellant toegekende huursubsidie, die oorspronkelijk was vastgesteld op ƒ 3564,00/€ 1617,27 voor het tijdvak 1995/1996, gewijzigd naar ƒ 1344,00/€ 609,88. Tevens werd bepaald dat de appellant een bedrag van ƒ 2220,00/€ 1007,39 moest terugbetalen. De appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de Staatssecretaris verklaarde dit bezwaar op 4 maart 1999 ongegrond. Hierop volgde een beroep bij de arrondissementsrechtbank te Arnhem, die op 19 november 2001 de uitspraak van de Staatssecretaris bevestigde.
De appellant ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij de zaak op 20 juni 2002 ter zitting werd behandeld. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M. Piras. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de wijziging van de huursubsidie op goede gronden was gedaan. De Raad van State bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de argumenten van de appellant niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. De Raad stelde vast dat de bepalingen van de Wet IHS van toepassing bleven op subsidietijdvakken die onder deze wet waren aangevangen, ondanks de inwerkingtreding van de Huursubsidiewet.
De Raad van State concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd in het openbaar gedaan op 3 juli 2002.