ECLI:NL:RVS:2002:AE4604

Raad van State

Datum uitspraak
26 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200105198/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • B. van Wagtendonk
  • G.A.A.M. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit burgemeester en wethouders van Terschelling inzake bestuursdwang

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, die op 10 september 2001 het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaarde. De zaak betreft een besluit van 11 juni 1999 van de burgemeester en wethouders van Terschelling, waarin de appellant werd aangeschreven om bepaalde containers op zijn perceel te verwijderen. De appellant had bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op dit bezwaar door de burgemeester en wethouders. De Raad van State heeft de zaak behandeld op 14 juni 2002, waarbij de appellant in persoon verscheen, bijgestaan door een gemachtigde, en de burgemeester en wethouders vertegenwoordigd waren door mr. G. Martens, ambtenaar der gemeente.

De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de president van de rechtbank op goede gronden tot zijn beslissing is gekomen. De argumenten die de appellant in hoger beroep naar voren heeft gebracht, bieden geen aanleiding voor een ander oordeel dan dat van de rechtbank. Het hoger beroep is derhalve ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 26 juni 2002.

Uitspraak

200105198/1.
Datum uitspraak: 26 juni 2002
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats]
tegen de uitspraak van de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 10 september 2001 in het geding tussen:
appellant
en
burgemeester en wethouders van Terschelling.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 juni 1999 hebben burgemeester en wethouders van Terschelling (hierna: burgemeester en wethouders) appellant onder aanzegging van bestuursdwang aangeschreven om de in het besluit nader aangegeven containers op perceel, plaatselijk bekend [locatie] te [plaats], voor 1 augustus 1999 te verwijderen en de eveneens nader aangegeven andere zeecontainers op voormeld perceel voor 1 januari 2001 te verwijderen.
Bij uitspraak van 10 september 2001, verzonden op 11 september 2001, heeft de president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden (hierna: de president) het beroep dat is ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar door burgemeester en wethouders niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 oktober 2001, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 21 november 2001. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 11 januari 2002 hebben burgemeester en wethouders een memorie van antwoord ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 juni 2002, waar appellant in persoon, bijgestaan door [gemachtigde], en burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. G. Martens, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De president is op goede gronden tot een juiste beslissing gekomen. Hetgeen appellant in hoger beroep naar voren heeft gebracht, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel dan dat van de rechtbank.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. B. van Wagtendonk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Wagtendonk w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 26 juni 2002
202.