ECLI:NL:RVS:2002:AE3958
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.G. Drupsteen
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen last onder dwangsom
In deze zaak, behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, gaat het om een beroep dat is ingesteld door een appellante tegen een besluit van de gedeputeerde staten van Gelderland. Het proces begon met een last onder dwangsom die op 27 juli 1999 aan een lasthebber was opgelegd. De appellante heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van 6 februari 2001, waarin het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellante heeft haar gronden voor beroep aangevuld in brieven van 29 maart en 3 mei 2001. De zaak werd op 22 maart 2002 ter zitting behandeld, waarbij de appellante werd vertegenwoordigd door mr. P.J.G. Poels, en de verweerders door mr. M.M. de Jonge.
De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de brief van 26 april 2000, waarin verweerders onder bepaalde voorwaarden afzien van de inning van de verbeurde dwangsommen, geen publiekrechtelijke rechtshandeling is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Dit leidde tot de conclusie dat het bezwaar van de appellante tegen deze brief terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De Afdeling heeft het beroep van de appellante ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 12 juni 2002.