ECLI:NL:RVS:2002:AE2583
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.J. Hoekstra
- P.A. Offers
- H.Ph.J.A.M. Hennekens
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Raad van State inzake bestuursdwangbesluit luchtvaartterrein Seppe
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 mei 2002 uitspraak gedaan over de onbevoegdheid om kennis te nemen van een beroep tegen een bestuursdwangbesluit inzake het militair medegebruik van luchtvaartterrein Seppe. De zaak is behandeld op 8 april 2002, waarbij de appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, en de verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.T.E. Beckand en ir. J.Th. M. Knapen, aanwezig waren. De appellanten, waaronder de naamloze vennootschap “N.V. Vliegveld Seppe” en de besloten vennootschap “Test en Training Centre De Gouden Standaard B.V.”, hadden beroep ingesteld tegen het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, dat hun verzoek tot toepassing van bestuursdwang had afgewezen.
De Afdeling overweegt dat zij in beginsel slechts bevoegd is om in eerste en enige aanleg van een beroep kennis te nemen indien daarvoor een uitdrukkelijke wettelijke basis bestaat. In dit geval is het bestreden besluit gebaseerd op artikel 72 van de Luchtvaartwet, maar er is geen specifieke wetsbepaling die de Afdeling in deze situatie bevoegd verklaart. De Afdeling concludeert dat er geen duidelijke aanknopingspunten zijn in de wetsgeschiedenis die een afwijking van de hoofdregel rechtvaardigen, dat beroep in eerste instantie bij de rechtbank dient te worden ingesteld.
Daarom verklaart de Afdeling zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen en wordt het beroepschrift teruggezonden naar de rechtbank te Breda voor verdere afdoening. De beslissing omtrent de proceskostenveroordeling wordt gereserveerd tot de einduitspraak van de rechtbank, die ook over de proceskosten zal oordelen. Tevens wordt bepaald dat het door appellanten betaalde griffierecht door de Secretaris van de Raad van State aan hen wordt terugbetaald.