ECLI:NL:RVS:2002:AE2552
Raad van State
- Hoger beroep
- B. van Wagtendonk
- H. Troostwijk
- M.G.J. Parkins-de Vin
- G.A.A.M. Boot
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van de Raad voor Rechtsbijstand inzake toevoeging en schade-uitkering
Op 15 mei 2002 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een besluit van de Raad voor Rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch. Het geschil betreft de intrekking van een voorwaardelijke toevoeging die aan appellante was verleend. De Raad voor Rechtsbijstand had op 7 maart 2000 besloten om de voorwaardelijke toevoeging met terugwerkende kracht in te trekken en niet om te zetten in een definitieve toevoeging. Appellante was het niet eens met dit besluit en heeft hiertegen beroep ingesteld bij de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch. De rechtbank verklaarde het beroep op 15 juni 2000 ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Raad van State.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de schade-uitkering die appellante ontving voor de vervanging van een gestolen Swarovski-kristal, niet buiten beschouwing kon worden gelaten bij de beoordeling van haar vermogen. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die de eerdere beslissing in een ander licht zouden plaatsen. De Raad van State heeft daarom het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De beslissing van de Raad van State houdt in dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 15 mei 2002.