ECLI:NL:RVS:2002:AE1508

Raad van State

Datum uitspraak
15 april 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200201942/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.A.E. van der Does
  • R.W.L. Loeb
  • J.H.B. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de geldigheid van de kandidatenlijst van de Partij van de Arbeid voor de Tweede Kamerverkiezingen

In deze zaak, uitgesproken op 15 april 2002, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld over het beroep van een appellant tegen het besluit van het hoofdstembureau voor de verkiezingen van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het geschil betreft de geldigheid van de kandidatenlijst van de politieke groepering 'Partij van de Arbeid', die op 5 april 2002 door verweerder is goedgekeurd. Appellant heeft op 6 april 2002 beroep ingesteld, dat op 8 april 2002 door de Raad van State is ontvangen. De zitting vond plaats op 11 april 2002, waar zowel appellant als vertegenwoordigers van verweerder en de Kiesraad aanwezig waren.

De appellant betoogde dat de kandidaat T. Netelenbos-Koomen, die op de kandidatenlijst onder nummer 6 staat, onterecht had ingestemd met haar kandidaatstelling, gezien haar sollicitatie naar de functie van Commissaris van de Koningin van Noord-Holland. De Afdeling overwoog dat de Kieswet een limitatieve opsomming bevat van gronden waarop een kandidaat van de lijst kan worden geschrapt. Aangezien geen van deze gronden van toepassing was, heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om de kandidaat van de lijst te schrappen.

De Afdeling heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van de Kieswet en de bescherming van de kandidatenlijst van politieke partijen in het kader van de verkiezingen.

Uitspraak

200201942/1.
Datum uitspraak: 15 april 2002
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats]
en
het hoofdstembureau voor de verkiezing van de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal in kieskring 12 te 's-Gravenhage,
verweerder.
1. Procesverloop
Het geschil betreft het besluit van verweerder van 5 april 2002 waarbij, voorzover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering “Partij van de Arbeid” geldig is verklaard en de daarop voorkomende kandidaten zijn gehandhaafd.
Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 6 april 2002, bij de Raad van State ingekomen op 8 april 2002, beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 april 2002, waar appellant in persoon en verweerder, vertegenwoordigd door Y. Bruggeman-van Duijn en mr. M. Hertogs, gemachtigden, zijn verschenen. Voorts zijn verschenen de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. C.A.R. de Beus, gemachtigde, en de politieke groepering “Partij van de Arbeid”, vertegenwoordigd door haar voorzitter, R.A. Koole.
2. Overwegingen
2.1. Het beroepschrift van appellant is op 8 april 2002 bij de Raad van State ontvangen. Gelet op het bepaalde in artikel I 7, derde lid, van de Kieswet, en in aanmerking genomen het bepaalde in artikel 1 van de Algemene termijnenwet, dient derhalve uiterlijk 15 april 2002 in het door appellant ingestelde beroep uitspraak te worden gedaan.
2.2. Appellant betoogt dat de op de kandidatenlijst van de “Partij van de Arbeid” onder nummer 6 geplaatste kandidaat Netelenbos-Koomen, T. (Tineke) (v) gelet op haar sollicitatie naar de functie van Commissaris van de Koningin van Noord-Holland, op onjuiste gronden heeft aangegeven in te stemmen met de kandidaatstelling voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
2.3. Artikel I 6, eerste lid, van de Kieswet bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop het hoofdstembureau de naam van een kandidaat van de lijst kan én moet schrappen. Geen van deze gronden doet zich in dit geval voor. De Kieswet biedt, geheel in overeenstemming met de Grondwet, geen enkele grondslag tot toetsing van de overgelegde verklaring dat de kandidaat instemt met de kandidaatstelling op de lijst. Verweerder heeft in het door appellant gestelde, zelfs indien dit juist zou zijn, dan ook terecht geen grond gezien tot het schrappen van de lijst van de politieke groepering "Partij van de Arbeid" van kandidaat Netelenbos-Koomen, T. (Tineke) (v).
2.4. Het beroep is ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.E. van der Does, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. J.H.B. van der Meer, Leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Does
Voorzitter
w.g. Van Loon
ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2002
-------------------------------------------
Noot van de afdeling Communcatie van de Raad van State (070-4264773):
Overige uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak die op 15 april 2002 zijn gedaan in het kader van de Kieswet, zijn op deze site te raadplegen via de hoofdrubriek "Actualiteiten" > "Uitspraken in de publiciteit"