ECLI:NL:RVS:2002:AE1251
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- P.A. Offers
- T.M.A. Claessens
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van inlichtingen door de Staatssecretaris van Financiën op verzoek van Duitse autoriteiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'Teviri B.V.' tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de verstrekking van inlichtingen op verzoek van de Duitse autoriteiten in het kader van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (Wib). De Staatssecretaris had op 27 januari 1998 besloten om inlichtingen te verstrekken aan de Duitse autoriteiten, wat door appellante werd betwist. Appellante stelde dat de brief van 1 oktober 1997 geen rechtsgeldige beslissing was en dat er geen dringende redenen waren voor de uitvoering van het verzoek.
De Raad van State oordeelde dat de Staatssecretaris bevoegd was om de inlichtingen te verstrekken en dat de beslissing op de uitvoeringshandeling correct was. De Raad verwees naar de relevante artikelen van de Wib en de Europese richtlijn, en concludeerde dat de Staatssecretaris terecht had gehandeld. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat het verzoek van de Duitse autoriteiten binnen de reikwijdte van de toepasselijke verdragsbepalingen viel, en dat er geen reden was om te twijfelen aan de urgentie van het verzoek.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 10 april 2002.