ECLI:NL:RVS:2002:AE0734
Raad van State
- Hoger beroep
- J.H.B. van der Meer
- P.J.J. van Buuren
- M.G.J. Parkins-de Vin
- Rechtspraak.nl
Weigering compensatieregeling door college van volmachten van Wetterskip Marne-Middelsee
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 maart 2002 uitspraak gedaan over de weigering van het college van volmachten van Wetterskip Marne-Middelsee om een compensatieregeling in het leven te roepen. Het verzoek om een compensatieregeling was gedaan naar aanleiding van het dubbel in rekening brengen van waterschapslasten door de waterschappen Mar en Klif en Boarnferd. De Afdeling oordeelde dat de beslissing van het college van volmachten niet moet worden opgevat als een weigering om schadevergoeding toe te kennen, maar als een weigering om een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel vast te stellen. Dit betekent dat er geen bezwaar kan worden gemaakt tegen deze weigering, zoals ook blijkt uit de artikelen 6:2, 7:1 en 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Afdeling heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank te Leeuwarden vernietigd en het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het college van volmachten veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de juridische grenzen van bezwaar en beroep in het bestuursrecht, vooral in gevallen waar het gaat om beleidsregels en algemeen verbindende voorschriften.